Over de verwantschap tussen Huizers en Friezen doen wilde verhalen de ronde. Zoals dit verhaal:
In het jaar 1485 is de abt van het klooster van de heilige Benedictus St. Odulphus te Staveren, Mr. Dirk, dagelijks in zorg. Het was onrustig in Friesland. Overal laaiden oorlogen en twisten op. Het idee werd geopperd om te vluchten naar de overkant, naar West-Friesland. De schepen werden bemand, Huizen werden afgebroken en de stenen werden meegenomen.
Op zee kwam er een zeer dichte mist opzetten en men raakte uit koers. Geen West Friesland meer te zien. De wind woei hen naar het zuiden. En spoedig zagen ze aan de einder bossen en heidevelden. Men ging aan land en bouwde met de meegebrachte stenen huizen. De mensen die al in het gebied woonden, leefden in plaggenhutten. Zij kwamen nieuwsgierig kijken. “Wy meitsje ús stenen huizen” zeiden de nieuwelingen in het Fries. De Friezen werden geaccepteerd. Namen voor vreemde gebruiksvoorwerpen werden overgenomen. Vandaar de vele verwantschappen tussen het Huizer dialect en het Fries.
Nederlands | Fries | Huizers |
Schort | skulk | schullek |
Schoteltje | tealtje | teiltjen |
Opschieten | avensearje | aveseeren |
Voorts | temei | deimi |
Kabinet | kammenet | kammenet |
Geklets | meaken | maeken |
Liter | mingel | mingel |
Gulzig | roppich | roppig |
Bekrompen | nearzich | nearsig |
Prikkelbaar | nNitelich | nietel |
Theepot | treppot | treppot |
Dit verhaal komt uit het boek “Een monnik bericht over een oorlog in en bij Stavoren in 1485”. Het verhaal stond in een uitgebreidere versie in de Huizer Courant van 29 oktober 2009.