In memoriam het oude Oude Raadhuisplein *

Angelus in Huizen

Domweg dreunt om twaalf uur precies
de zware klok van de hervormde kerk
het angelus. Hij drilt zijn klanken in
het dorp van muur tot muur. Ook ik beef mee
maar daal gehoorzaam met mijn boodschap af
tot op het oude raadhuisplein dat eerst
een huiselijke kruising was maar tot
de orde van een vierkant is gebracht.
Een trage laatste slag wijst mij mijn plaats,
een koude bank die uitkijkt op de hoek
waar ooit een bruiloft werd gedoopt in bloed,
dicht bij het witte rechthuis, nu gesloopt.

Het plein is zonder klokkenklank een vlak
vals plat van rood betonnen klinkersteen.
De winkelpuien en ook het café
staan glazig op één lijn aan het carré
dat tussen leilinden, naast de verworpen
dorpsfontein, een vreemde viskraam ruimte
biedt, die haring uitvent, kibbeling
en bot – de grondstof van het oude dorp.

Men kruist dit onraadsplein diagonaal,
de richting van de straten op, doorgaans
te voet. Kijk, krom en oud loopt er een vrouw,
gewezen melkboerin, met een rollator.
Ave, Sara. De toren luidt eenzelvig
half een. ’t Is stil om deze tijd.
Geen voetstap mist zijn echo nu. Ik volg
Sara op weg tussen de jakkerende
vrouwen door die allen strak gelaarsd
met harde hakken klakken op het plein.

Zo niet de mannen: zacht geschoeid, in luie
pas doen zij geluidloos of ze daar
niet hoeven zijn. Op het terras van het
café keur ik nog wat de keuken biedt.
Sara proeft binnen stil haar dagelijkse
spiegelei. Ik geef voor lief mijn tijding
aan de oude vrouw: “Dit plein was eens
van vis, maar het wordt nooit van vlees.” En zij
beaamt: “Er spelen hier geen kinderen
noch hoor je meer muziek.”

De toren rijst
boven het bord: ‘Er is weer erwtensoep!’,
groen uitgeslagen op. En slaat één slag.
Mijn uur is om. Er is geen tijd voor tijd.
Ik vlieg terwijl de klok wegsterft terug,
zoals ik klank voor klank beneden kwam.
Vanaf de spits hoor ik het jagen van
een motorzaag. De linden! Neer gehaald.
Geen haan die ernaar kraait,-  laat staan Sara
die langs de Lindenlaan terugkeert naar waar
veel Huizers zonder zee voor anker gaan.

Met hun kop in de wind wachten zij
op muziek en spel voor hun plein
dat de tent van het dorp kon zijn.
Hun wensen verdromen en waaien
tollend omhoog rond de toren,
alsof zij een slaapboom opsporen.
Daar zeilen ze, schrijven hun baan
om mijn koperen vaan in de lucht,
tot het angelus luidt voor opnieuw
een vergeefse verkenningsvlucht.
Ruud Hehenkamp, januari 2011

*Toelichting

-“Het Angelus” is de naam voor het gebruik kerkklokken te luiden om 12 uur ’s middags.“Angelus” betekent: ‘engel’. Oorspronkelijk roept het op tot gebed ter herinnering aan de boodschap van de engel Gabriël aan Maria.

-Regel 11 slaat op een nachtelijke vechtpartij op de hoek Lindenlaan/Kerkstraat tijdens een bruiloftfeest in juni 1850. De buurman, al machteloos geveld, werd meerdere malen met knuppels geslagen, zodat zijn schedel verbrijzeld werd. De schuldigen werden voor ‘moedwillige manslag’ veroordeeld tot 15 jaar hechtenis.  Bron: P. Wiersma, De moord op Adrianus Molenaar te Huizen; TVE, mei 1995.

 

.

Geef een reactie